tonie mudde
tonie mudde
Quest gaat op bezoek bij mensen met een haperend zintuig. Aflevering 2: Een dove patiënt krijgt een elektrode in haar oor. En moet opnieuw leren horen.
‘Mensen denken: ach, een oor is een oor. Maar geloof me, van binnen is de natuur nog grilliger dan van buiten.’ Het is dinsdagochtend tien over acht als Rinze Tange zijn haarnetje op zet. De kno-arts van het Academisch Medisch Centrum loopt van de kleedkamer naar operatiekamer 21. Hij tikt met zijn klomp tegen een rode knop. De deuren schuiven open. Binnen is zijn team bezig met de voorbereidingen. Terwijl de instrumenten worden uitgestald, rijden twee zusters een 46-jarige vrouw naar binnen. Tange geeft haar een hand, hij kent haar van het spreekuur. De vrouw schuift zelf van de brancard naar de operatietafel. Ze gaat op haar zij liggen. Haalt een gehoorapparaat uit haar rechteroor. Kijkt er nog even naar, geeft het aan een assistent.
Vijf minuten later is de vrouw bedekt onder groene lakens, alleen het rechteroor is vrijgelaten. Dokter Tange gaat op de kruk naast de operatietafel zitten, wipt zijn rechterklomp uit. Zo, met zijn voet direct op het pedaal, kan hij het vermogen van zijn instrumenten het beste instellen. Hij pakt zijn diathermie, een elektrische scalpel die met stroomstootjes de huid opensnijdt. Tange buigt zich over zijn patiënt. Rookwolkjes kringelen naar het plafond.
Geluid is verknipt
De vrouw op de operatietafel heet Xandra. In de dagen voor de operatie vertelde ze haar verhaal. Xandra lijdt aan progressieve slechthorendheid. Links heeft ze vanaf haar geboorte nauwelijks iets gehoord. Rechts hoort ze nu nog een beetje, maar alleen met hoortoestel. Een toeterende auto of een harde deurbel zal ze opmerken. Maar als ze bij de audioloog woordjes uit een stereo-installatie moet nazeggen, scoort ze ook met hoortoestel nul komma nul. Een verhaal volgen in een drukke ruimte, zoals een kantine of een kroeg, valt Xandra zwaar. Een telefoongesprek voeren is onmogelijk. Medeklinkers vallen weg, alles klinkt verknipt. Het zou net zo goed Chinees kunnen zijn. Doordat Xandra in haar jeugd beter kon horen, heeft ze goed leren spreken. Ze praat alleen wat hard en op een vlakke toon. Bovendien is ze een uitstekende liplezer. ‘Zolang mensen maar duidelijk articuleren. En geen overhangende snor hebben.’ Xandra zou het liefst werken in de zorg of in de kinderopvang. Door haar slechte gehoor is dit bijzonder moeilijk.
Slakkenhuis krijgt hulp
Het binnenoor, daar moet Tange zijn. Maar om daar te komen, moet de kno-arts eerst een tunneltje boren in het rotsbeen. Daarbij mag hij Xandra’s evenwichtsorgaan niet beschadigen. En ook de aangezichtszenuw moet intact blijven, anders zou ze verlamd raken aan één kant van haar gezicht.
Voor de operatie staat twee uur, maar het loopt iets uit. ‘Er zit bot waar het niet hoort, en de gehoorgang maakt een gemene bocht’, zegt Tange, terwijl hij met een slangetje het slijpsel van zijn diamantboor wegzuigt. Na een uur is de tunnel gereed. Tange staat zijn kruk af aan collega-arts Wilko Grolman. Die maakt met een dun boortje een gaatje in de tunnelwand, precies ter hoogte van het slakkenhuis. Hier, in deze tweeënhalve winding, bewegen normaal gesproken trilhaartjes. Aan de wortels van die trilhaartjes zitten zenuwcellen die elektrische pulsjes afgeven aan de hersenen. Tienduizenden per seconde. Al die signaaltjes zorgen er samen voor dat we een concert van Bach ervaren als een concert van Bach. En het ruisen van de wind als het ruisen van de wind. Omdat het oor van Xandra geluidstrillingen niet goed naar de zenuwcellen leidt, schuift Grolman een dun draadje in haar slakkenhuis. De zestien elektroden op dit zogeheten Cochleair Implantaat (CI) stimuleren de zenuwcellen rechtstreeks met elektrische pulsjes. Zo kan Xandra voortaan horen zonder tussenkomst van trilhaartjes, trommelvlies en andere bewegende onderdelen in het oor. Tange: ‘Maar het blijft een verrassing hoe goed de patiënt zal kunnen horen na de operatie. Sommige patiënten kunnen na de behandeling voor het eerst van hun leven een telefoongesprek voeren. Bij anderen is de winst marginaal.’
Wordt het links of rechts?
Xandra herstelt snel. Twee dagen na de operatie zit ze al weer in haar tuin. Ze moet nog een maand wachten voordat een audioloog haar implantaat zal aanzetten. Eerst moet de wond genezen. Xandra heeft lang getwijfeld of ze haar rechter- of haar linkeroor zou laten opereren. Het inbrengen van het implantaat is een flinke aanslag op het slakkenhuis. Veel trilhaartjes sneuvelen, terwijl dove patiënten er doorgaans al niet zoveel hebben. Kno-artsen brengen het implantaat het liefst in bij het goede oor. Grolman: ‘Aan die kant zijn de hersenen nog gewend aan het verwerken van geluid. Bij een oor dat lange tijd geheel doof is geweest, ontbreekt zo’n neurologisch netwerk. Zelfs met implantaat zul je aan die kant niets horen.’ Voor Xandra is haar rechteroor altijd haar laatste houvast geweest, haar enige luikje naar de wereld van de geluiden. De angst om ook rechts volledig doof te worden, is groot.
Piepjes testen gehoor
Een maand na de operatie stappen Xandra en haar vriend Roland de kamer van de audioloog binnen. Op tafel staat een doos van Advanced Bionics. Connect & Discover, luidt de slogan van de makers van Xandra’s CI-implantaat. Het 23.000 euro kostende apparaat is opgebouwd uit een extern en een intern gedeelte. Die maken contact via twee magneetspoelen, ééntje op de huid, en eentje onder de huid. Het principe is vergelijkbaar met de overdracht van energie tussen een elektrische tandenborstel en zijn oplader: ook daar is geen direct contact. Audioloog Yvonne Simis sluit haar laptop via een snoer rechtstreeks aan op het CI-implantaat. Met piepjes in verschillende frequenties bepaalt ze hoe het apparaat moet worden afgesteld. Xandra heeft een papiertje voor zich liggen met daarop een tienpuntsschaal. Eén is te zacht, tien is te luid, zes is ‘meest aangenaam’. Als het instelwerk achter de rug is, haalt Simis er een logopediste bij. Die vraagt of alle aanwezigen stil willen zijn. Ook bewegen in de stoel is verboden. Want alles maakt geluid, en dat kan flink schrikken zijn voor iemand die zijn leven tot nu toe in stilte heeft geleid.
Stem klinkt vervormd
Aan het plafond bromt de airco, op het bureau zoemt de computer. Verder is het stil. Totdat audioloog Simis met haar ring op haar armleuning tikt. ‘Hoort u dit?’ vraagt ze. Xandra kijkt de audioloog met grote ogen aan. Dan begint ze te lachen. Hard en lang. De andere aanwezigen kijken elkaar ongemakkelijk aan. ‘Meestal gaan mensen huilen’, fluistert de logopedist. ‘Deze kennen we nog niet.’ De audioloog herhaalt haar vraag. ‘Hoort u mij? Kunt u mij verstaan?’ Maar telkens als ze iets zegt, schiet Xandra weer in de lach. ‘U klinkt net als Donald Duck’, zegt ze uiteindelijk, en proest het uit bij haar horen van haar eigen stem. ‘Oké,’ zegt de audioloog. ‘Dan klink ik als Donald Duck. Maar kunt u wel verstaan wat ik zeg?’ Langzaam komt Xandra tot rust. Haar ogen worden vochtig. ‘Dit is toch idioot. Ik kan er niks van maken. Ik hoor niet eens het verschil tussen uw stem en mijn eigen gegrinnik.’ De logopediste probeert haar gerust te stellen. ‘Dit is normaal’, zegt ze. ‘Uw hersenen moeten nog wennen aan deze signalen. U zult helemaal opnieuw moeten leren horen. Wilt u weten hoe uw partner klinkt?’
Xandra kijkt haar vriend aan. Ziet zijn lippen bewegen. Hoort iets. Begint te huilen.
Geluid is overal
Tien minuten pauze. Xandra en Roland lopen door de hal van het ziekenhuis. Om de paar passen staat ze stil. Dan heeft ze iets gehoord maar heeft geen idee wat. ‘Tak-tak-tak-tak,’ zegt ze, en kijkt vragend haar vriend aan. Roland wijst naar een man die een koffer met wieltjes over de tegels rolt. Buiten op de parkeerplaats kijken de twee aandachtig naar de auto’s die af- en aanrijden. Startende motoren, sluitende portieren, draaiende banden op het asfalt. Gekuch, gelach, een kleuter die voorbij rent en ‘Opa! Opa!’ roept.
Terug in de kamer van de audioloog vertelt Xandra over haar ervaringen. ‘Het is één grote grabbelton van geluiden. Ik kan de beelden niet direct aan de geluiden koppelen. Dan zie ik jullie lippen bewegen maar besef pas een paar tellen later dat er geluid mee komt.’ Toch is ze al een beetje gewend geraakt aan het nieuwe horen. Als de logopediste willekeurig dagen van de week voorleest, zegt Xandra er 9 van de 10 juist na. Zonder liplezen. Bovendien is ze zachter gaan praten, omdat ze haar eigen stem beter kan horen. De komende maanden zullen in het teken staan van oefenen. In het ziekenhuis met de logopediste, en thuis met vrienden en familie. Xandra zal in gedachten etiketten moeten plakken op geluiden. Zo klinkt een fluitketel, zo de buurman, zo het woordje ‘naar’, en zo het woordje ‘raar’. Zelf heeft ze goede hoop dat ze het nieuwe horen snel zal oppikken. Eén dag na de operatie schrijft ze: ‘Elk uur nieuwe geluiden, alsof ze uit de lucht komen vallen.’ Twee dagen na de operatie: ‘Hoorde vandaag een mus die ik al twintig jaar niet meer had horen fluiten.’ En drie dagen na de operatie: ‘Luister nu naar een cd met kinderliedjes. Hoor ineens vrij duidelijk: Altijd is Kortjakje ziek.’
© Quest / Auteur: Tonie Mudde
-----
De overige afleveringen van de serie zintuigen zijn te lezen in Quest. Oude nummers zijn hier te bestellen.
- September 2008: Zien
Blinden proberen de weg te vinden via echolocatie. Ze krijgen les van de Amerikaanse ‘batman’ Dan Kish.
- November 2008: Ruiken
Elektrische neuzen kunnen allerlei geuren oppikken. Een uitkomst voor mensen die niet kunnen ruiken?
- December 2008: Voelen
Een Leids revalidatiecentrum experimenteert met een nieuw wapen tegen fantoompijn: spiegels.
Grabbelton van geluiden
maandag 13 april 2009
“Het blijft een verrassing hoe goed de patiënt zal horen na de operatie. Sommige patiënten kunnen na de behandeling voor het eerst van hun leven een telefoongesprek voeren. Bij anderen is de winst marginaal.”