tonie mudde
tonie mudde
Hoe ziet het leven van een proefdier eruit? Van zijn geboorte tot zijn dood volgde Quest een laboratoriummuis in een proefdiercentrum. Hier de eerste twee afleveringen van de vervolgserie. De overige afleveringen staan hier.
Aflevering 1: De Geboorte
Al in de kleedkamer ruik je de typische knaagdierengeur van zaagsel en ontlasting. Vanaf dit punt in het ‘Muizenhuis’ draagt iedereen een schoon chirurgenpak, een mondkapje, haarnetje, latex handschoenen en hoesjes om de schoenen. Het Animal Research Institute van het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam (ARIA) zet elk jaar zo’n 15.000 muizen en ratten in voor wetenschappelijke experimenten. Eén muis krijgt de hoofdrol in deze serie, om zo een realistisch beeld te geven van hoe het leven van een proefdier eruit ziet.
Een verzorgster opent de deur van een van de muizenvertrekken. De stellingkasten zijn gevuld met kunststof kooitjes, formaat flinke schoenendoos. Om te voorkomen dat de muizen schrikken van het geluid als er iemand binnenkomt, staat constant de radio aan. ‘Skyradio werkt het beste,’ zegt de verzorgster, ‘dat klinkt de hele dag hetzelfde.’ Ze haalt een kooi Black Six muizen tevoorschijn met acht pasgeboren pups. Hun maagjes bollen wit op door hun roze huid, ze hebben net melk gedronken. Zonder dat de moeder dit erg lijkt te vinden, pakt de verzorgster er een uit de kooi en legt die op haar vingertop. In het proefdiercentrum krijgen de muizen geen naam, maar voor deze serie is dat wel zo praktisch. Het wordt Flits.
Muis mist gen
Flits is niet zomaar een muis. Zijn ouders zijn vanwege hun bijzondere eigenschappen uit de Verenigde Staten ingevlogen. Via een langdurig fokproces van eiceldonoren, dekmannetjes en draagmoeders is bij de voorouders van Flits één gen uitgeschakeld. Wetenschappers spreken in zo’n geval van een ‘knock-outmuis’. Net als de mens telt een muis 30.000 tot 40.000 genen. Samen vormen die de programmeercode van het lichaam. ‘Maak twee ogen’, ‘laat het bloed stollen bij een wondje’, ‘vernietig dit virus’: het zijn de genen die bepalen of en hoe dit soort commando’s worden uitgevoerd. Eén van de grootste wetenschappelijke vragen van dit moment is dan ook om uit te zoeken hoe al die genen precies samenwerken, en welke belangrijk zijn bij het veroorzaken of juist bestrijden van bepaalde ziektes.
Nieren zijn mysterie
Onderzoeksleider Jaklien Leemans van het AMC vermoedt dat het gen dat bij Flits is uitgeschakeld, de inflammasome, een hoofdrol speelt bij de ontwikkeling van nierziekten. Om erachter te komen of dit ook echt zo is, laat de biologe nierschade opwekken bij Flits en zeven van zijn broers. Hetzelfde gebeurt bij een groep soortgenoten met een normaal pakket genen. Door van beide groepen het ontstaan en herstel van de nierziekte te vergelijken, kunnen de onderzoekers zien wat hierin de rol van het inflammasome is. Leemans: ‘Uiteindelijk kan dit leiden tot nieuwe therapieën voor nierpatiënten. Maar het onderzoek is nu nog vrij fundamenteel. Het draait vooral om inzicht, begrijpen hoe het mechanisme werkt.’ De prijs die voor dit inzicht betaald moet worden, kruipt nog wat dichter tegen zijn moeder aan. Zijn toekomst kent geen geheimen, want die ligt vast in het onderzoeksvoorstel en de werkprotocollen van het proefdiercentrum. Elf weken lang zal Flits geen gebrek hebben aan eten, warmte en schone houtkrullen. Maar in week twaalf zal twee keer een blauwe handschoen verschijnen die hem uit zijn kooitje tilt. Eerst voor een nieroperatie, dan voor de dood.
Aflevering 2: Oren of tenen?
Vandaag is het tijd om te 'oren'. Op een verrijdbare houten tafel ligt het gereedschap klaar: scherp schaartje, een in alcohol gedrenkt gaasje en een handjevol kleine afsluitbare plastic bakjes. De muizen zijn nu drie weken oud en hebben een flinke zwarte haardos. De verzorgster 'fixeert' de dieren een voor een, door hun nekvel tussen duim en wijsvinger te pakken. 'Oh lieverd', zegt ze als Flits aan de beurt is. 'Niet zo piepen, ik heb nog niks gedaan.' Dan pakt ze haar schaar en zet twee knipjes. Het afgeknipte stukje oor gaat in een plastic bakje, en Flits mag terug in zijn kooi, waar hij herenigd wordt met zijn broers. De dieren lopen door elkaar maar zijn nu goed van elkaar te onderscheiden. Flits kan het zelf niet zien, maar hij mist een driehoekje in zijn linkeroor.
Dilemma's zijn duivels
'Gering ongerief.' Zo noemt Dirk Jan Bakker het oren van de proefmuizen. Bakker is gepensioneerd chirurg en de voorzitter van de DEC, het Dier Experimenten Commissie van het Academisch Medisch Centrum. Wil een onderzoeker een dier gebruiken voor een experiment? Dan moet hij eerst goedkeuring krijgen van de DEC. Eens per maand komt de commissie bijeen, waarbij een tienkoppig team van ethici, statistici, juristen, verzorgers, dierenarsten en onderzoekers, zich over duivelse vragen buigt als: 'Is dit onderzoek wel vier varkenslevens waard?' Of: 'Is de muis beter af als we hem verdoven voor het oren, of zorgt zo'n narcose juist voor nog meer stress?' Bij elk onderzoeksvoorstel let de DEC op de zogeheten 'drie V's': vervanging, vermindering en verfijning. Bij vervanging draait het om de vraag of voor een bepaald experiment wel echt een dier nodig is. Bij Flits is het de onderzoekers te doen om de reactie van zijn lichaam op een nierontsteking. Kun je zoiets niet nabootsen in een reageerbuisje of met een computersimulatie? Bakker: 'Onmogelijk. Al zou je honderd miljoen euro hebben. Daarvoor is de wisselwerking tussen de cellen in een nier veel te complex.' En hoe zit het dan met de kwestie 'vermindering'? Aan het experiment van Flits nemen twintig muizen deel. Is dat niet wat veel? Bakker: 'De uitkomsten moeten statistisch relevant zijn, anders worden ze niet gepubliceerd en zal niemand ooit weten waarvoor de dieren zijn opgeofferd. Soms raden we aan om méér dieren in te zetten.'
Wat wil de muis?
De laatste V, verfijning, draait erom het leven van het dier zo aangenaam mogelijk te maken. Een kwestie die regelmatig leidt tot lastige discussies. Voorbeeld: de meeste verzorgers willen het 'oren' vervangen door 'tenen', waarbij vlak na de geboorte een van de teentjes wordt afgeknipt. Ook dit levert een goede markering op en weefsel voor DNAonderzoek. 'De botten van pups zijn nog niet gehard, dus 'tenen' is een kleine ingreep waar ze weinig last van hebben', zegt een verzorger die al 35 jaar in het vak zit. 'Bovendien hindert een teen minder ze niet bij het lopen.' Toch blijft de DEC bij het beleid van oren. Waarom? Bakker: 'Ik weet het niet', zegt hij aarzelend. 'Zo'n teen amputeren vind ik toch een grotere verminking. Maar misschien heb ik het mis en vervloeken de dieren me stilletjes in hun kooien. Ik kan het ze niet vragen. Soms moet ik gewoon op mijn gevoel afgaan.'
© Quest
Aflevering 3, 4, 5, en 6 van ‘Dagboek van een proefdier’ zijn te lezen op de website van De Tegels. Om precies te zijn: hier.
Dagboek van een proefdier
maandag 13 april 2009
Winnaar: